Commentaar SIN-NL
Eindelijk durft een arts te publiceren wat SIN-NL al jaren publiceert .
We herhalen zijn en onze woorden :
1. artsen opereren en behandelen patiënten vaak alleen maar om het geld en NIET om de patiënt te behandelen. Geld is het uitgangspunt en niet het belang van de patiënt
2. Patiënten kunnen NIET vertrouwen op de allerbeste zorg
3. Weinig beroepsbeoefenaren die met mensenlevens van doen hebben, worden bij de uitoefening van hun werk zo weinig gecontroleerd als medisch specialisten...*
4. de zorg voor de patiënt staat daarin lang niet altijd voorop, in elk geval niet bij iedereen.
5. We weten weinig of niets van de prestaties van de individuele zorgverlener.
Het is nodig om alle uitkomsten van zorg te meten zodat kan beoordeeld worden of zorgverlener, afdeling of ziekenhuis de beoogde kwaliteit levert.
6. Ook zijn grote veranderingen nodig in informatie- en communicatietechnologie (ict), opleiding, structuur en cultuur.”
7. Veel mensen hebben een bijna naïef vertrouwen in het medisch handelen, stelt Cees Wittens vast.
De vraag is of en wanneer Cees Wittens zijn collega-artsen kan overtuigen om zo snel mogelijk de resultaten van hun handelen te registreren, meten en verbeteren EN om de slachtoffers van HUN medische fouten alsnog herstelzorg te geven voorzover mogelijk.
Geen woorden maar daden!
Op 20 dec. 2016 overhandigde Mr Sophie Hankes SIN-NL het Zwartboek aan Prof dr C. Wittens tijdens het congres te Zeist.

Congres De Zorg is Doodziek 20 dec 2016. Mr. Sophie Hankes overhandigt het Zwartboek aan Prof. Dr. C. Wittens

Sprekers vlnr: C.Wittens, F. Catarinella, P. Brouwer, H. Cense, H. Büller, H. Kingma, L. Winter, H. van Laarhoven
De best denkbare zorg voor iedereen In elk Nederlands ziekenhuis?
De Limburgse spataderspecialist prof. dr. Cees Wittens van het Maastricht Universitair Medisch Centrum steekt er allang niet meer zijn hand voor in het vuur dat patiënten die ook daadwerkelijk krijgen.
Sterker nog, hij zegt te weten dat de ziekenhuiszorg van nu allesbehalve optimaal is. Dat patiënten tussen wal en schip kunnen vallen, niet zelden worden blootgesteld aan volstrekt onnodige operaties en therapieën die alleen maar worden uitgevoerd en voorgeschreven om het verdienmodel van de dokter en het ziekenhuis in stand te houden. Ook weet hij dat zorgbehoevenden schade oplopen, omdat het zorgsysteem via te veel schijven loopt en tot vertraging in behandelingen leidt – met soms de dood van patiën-ten tot gevolg. ,Het is dan ook een mythe dat patienten blind kunnen vertrouwen op de allerbeste zorg”, stelt Wittens.
Er zijn veel feiten in zowel de algemene als de academische ziekenhuizen die volgens professor Wittens anders liggen dan algemeen wordt aangenomen. Zoals: ..Weinig beroepsbeoefenaren die met mensenlevens van doen hebben, worden bij de uitoefening van hun werk zo weinig gecontroleerd als medisch specialisten…*
’Naïef vertrouwen in medisch handelen’ ’Helemaal opnieuw beginnen met de zorg’
Of ook deze: ,,Zorgverleners, managers en ondersteunende diensten zijn met veel zaken bezig, maar de zorg voor de patiënt staat daarin lang niet altijd voorop, in elk geval niet bij iedereen.” In zijn boek ’De Zorg is Doodziek’ (dat 20 december 2016 tijdens een gelijknamig symposium in Zeist wordt gepresenteerd) prikt Wittens acht van deze mythes over ziekenhuizen door.
Het zijn eigenlijk verbijsterende uitspraken, nog wel komend uit de mond van een voluit actief medicus – géén terugkijkende gepensioneerde – die al bijna veertig jaar in de gezondheidszorg in dit land werkt, vrijwel dagelijks in operatiekamers staat en ook daar jonge artsen klaarstoomt voor de toekomst.
Maar wat voor een toekomst? Een waarin de zorg compleet is vastgelopen door almaar verder gestegen kosten, verstrikt geraakt in een onontwarbare kluwen van regels die orde in de chaos proberen te scheppen? Of een nieuwe tijd, waarin de zorg opnieuw is ontworpen, opgebouwd en ingericht volgens een ’Deltaplan’, zoals Cees Wittens (60) dat voorstaat.
„Ik pleit ervoor helemaal opnieuw te beginnen met de inrichting van de zorg, een wit vel papier te nemen en bovenaan het jaartal ’2050’ te schrijven”, stelt de hoogleraar
Veneuze Chirurgie in een toelichting op zijn boek. Hij schrijft zijn kritische publicatie voor als een recept om het zorgsysteem beter te maken. Want dat is bitter hard nodig, meent de specialist.
„Op dat vel schetsen we de contouren van een nieuw, ideaal en vooral eenvoudig stelsel van zorg in ziekenhuizen”, vervolgt hij. „Vanuit beginselen als: Wát is goede zorg? Hoe zorgen we voor optimale behandelrichtlijnen? Hoe registreren we het resultaat van onze behandelingen? Want nu geldt veelal het aantal verrichtingen als maat voor kwaliteit. Maar ook: Welke eisen stellen we aan zorgverleners? Kunnen we als artsen kiezen voor verdergaand specialisatie of moeten specialisten alleskunners blijven, zoals nu? Welke typen ziekenhuizen zijn nodig? En hoeveel van elk? Welke rol daarin krijgen de academische centra?” En zo heeft Cees Wittens nog vele noten op zijn zang om tot een betere zorg in 2050 te komen.
Professor Wittens ziet een zorgtoekomst voor zich met zes (nu acht) academische ziekenhuizen, twintig grote volstrekt identiek opgezette ziekenhuizen voor ’24/7’-zorg, op strategische plaatsen in het land gesitueerd. „Door in alle centra volgens de allernieuwste richtlijnen te werken krijgt iedereen de meest optimale actuele zorg. Door ook alle uitkomsten van zorg te meten kan beoordeeld worden of zorgverlener, afdeling of ziekenhuis de beoogde kwaliteit levert.
Ook zijn grote veranderingen nodig in informatie- en communicatietechnologie (ict), opleiding, structuur en cultuur.”
Of het reëel is het huidige zorgsysteem aan de kant te schuiven, vraagt Cees Wittens zich niet af. Althans: „Nu ja, zeg mij: wat moeten we dan?! Doorgaan op deze weg? Dat leidt onherroepelijk tot het failliet van de zorg. Door oneindig te prutsen aan systemen en structuren, hebben we van dit stelsel een gedrocht gemaakt. De zorg in Nederlandse ziekenhuizen kan echter beter en efficiënter. Strakker georganiseerd, doelgerichter, kwalitatief hoogstaander. Voorwaarde is wel dat ziekenhuizen, zorgverleners en vooral ook onze overheid bestaande vertrouwde paden dúrven te verlaten. Er moet veel dood hout worden weggekapt en platgebrand. Nu is de zorg een berg popcorn, dat bij verhitting alle kanten uitschiet.”
Zijn stuwmeer aan gedachten over herordening van de Nederlandse gezondheidszorg kwam tot lediging na een telefoontje van een collega. Wittens: „Die was bezig met een operatie aan de bloedvaten in het been. De patiënt was onder narcose en halverwege de ingreep was de vraag aan mij: hoe gaan we nu het beste verder?
Nu ben ik goed bekend met chirurgische ingrepen als deze. Ik deed wat ik altijd doe, want kennis verbreiden is mijn taak: ik vertelde de collega dat hij achteraf beter een ander type scan had kunnen maken om het probleem te kunnen lokaliseren en hoe hij nu het beste verder kon handelen.”
Na het verbreken van de verbinding werd Wittens bevangen door, naar hij zegt, een mengeling van verbazing en onbegrip. Daarvan eenmaal bijgekomen: „Laat ik voorop stellen dat het natuurlijk prima is dat een medicus advies vraagt aan een collega met meer ervaring op een bepaald terrein. Dat is altijd beter dan op eigen houtje verder gaan. Fundamenteel is echter de vraag: hoe is het mogelijk dat behandelingen worden uitgevoerd door zorgverleners die de problematiek van de patiënt niet geheel overzien of die een medische ingreep eigenlijk niet beheersen, bijvoorbeeld omdat ze die te weinig uitvoeren?”
Staande in een operatiekamer volgt de vraag: „Waarom laten ziekenhuizen dit toe? Waarom maakt ons systeem dit mogelijk? Stelt u zich even voor dat een piloot die weinig ervaring heeft met een Airbus A300, toch maar de landing inzet en vlak voor Schiphol nog even met een ervaren collega belt om advies te vragen hoe hij die kist het veiligst aan de grond krijgt.”
Het is geen verwijt aan de betrokken chirurg, benadrukt Wittens. „Die is onderdeel van een systeem dat we in de loop der jaren samen hebben gevormd. Dat systeem deugt niet, het gaat zéker niet om de mensen die er in werken. Die doen hun uiterste best, zijn vaak vol passie in hun werk. Maar toch wordt het resultaat van hun handelen onvoldoende structureel gemeten. Ook blijven de werkelijke prestaties van zorgverleners en ziekenhuizen grotendeels buiten beeld.
We weten weinig of niets van de prestaties van de individuele zorgverlener. Er wordt weliswaar gekeken of een arts een bepaalde verrichting veelvuldig uitvoert, die wordt dan aangeprezen als ’ervaren’ of ’geroutineerd.” Maar misschien boekt de dokter die minder van deze behandelingen doet wel betere resultaten.”
Veel mensen hebben een bijna naïef vertrouwen in het medisch handelen, stelt Cees Wittens vast.
„Stel: u moet worden geopereerd. De dokter die dat gaat doen is sympathiek, hij werkt al jaren in het ziekenhuis. ’Dus deze ingreep, ach, die zal hij toch ook wel goed doen, toch?’ Misschien wel, misschien ook niet. U weet het niet en u zult het ook nooit weten. Ik ook niet. Gaat het vervolgens goed met de ingreep, dan ligt dat aan de kwaliteit van de specialist. Gaat het niet goed, dan is dat toeval, pech, ligt het aan de omstandigheden: ’Complicaties kunnen nu eenmaal optreden, geen enkele ingreep is zonder risico’s. En daar mag u het als patiënt dan mee doen…”